Een familielid roept voor haar oom de hulp in van de wijkverpleegkundige. De wijkverpleegkundige komt bij een alleenstaande man met maag- en blaaskanker. Ze denkt dat hij een laag Hb heeft, omdat hij erg bleek ziet. En dat klopt: 3,1. Mogelijk lekt de maagtumor bloed in de maag, ook gezien zijn zwarte ontlasting. Ze signaleert een kwetsbare situatie met achteruitgang van de algehele conditie. Ze bespreekt de inzet van hospicezorg. Kort daarna komt de huisarts. Deze raadt een hospice af. Het is de start van een proces waarin de patiënt en zijn familie tussen de huisarts en de wijkverpleegkundige in zitten. Het ontbreekt aan samenwerking en afstemming. De patiënt verslechtert, met alle pijn, moeheid en gemis aan kwaliteit van leven. Hij krijgt oxycodon en meer fentanylpleisters. Hij geeft aan ‘een spuitje’ te willen en euthanasie ‘net zoals zijn vrouw heeft gekregen’. De door de huisarts geconsulteerde SCEN-arts ziet geen noodzaak voor euthanasie, omdat cliënt nog eet en geen pijn heeft. De huisarts komt langs, signaleert achteruitgang en start alsnog de procedure van euthanasie. Ook de communicatie over de 24-uurszorg leidt tot misverstanden. De wijkverpleegkundige raadt 24-uurszorg aan. De huisarts komt onverwachts langs en indiceert ‘inzet maximale zorg’. Maximale zorg wordt door de wijkverpleegkundige geleverd. 24-uurszorg door een andere zorgaanbieder. De familie begrijpt er niets van. De wijkverpleegkundige moet de informatie van de huisarts ‘gladstrijken’. De 24-uurs start. Snel daarop gaat patiënt fecaal braken. Twee dagen later overlijdt patiënt met behulp van euthanasie.
Reflecties
Samenwerking tussen (huis-)artsen en (wijk-)verpleegkundigen blijft een heikel punt. Oude, hiërarchische patronen zijn nog steeds leidend. Terwijl slechte samenwerking tot minder kwaliteit van zorg leidt, en minder werkplezier. Het is onbegrijpelijk dat zorgaanbieders, LHV, FMS, KNMG en V&VN hier niet veel meer aandacht aan schenken. Ook in onderwijs en onderzoek is deze voorwaarde voor goede zorg zwaar onderbelicht.
De wijkverpleegkundige en de huisarts in deze casus gingen uiteindelijk effectief het gesprek aan en er kwamen nieuwe samenwerkingsafspraken. Chapeau. Op één lijn in de eerste lijn vraagt om intensieve samenwerking van huisarts en wijkverpleegkundige!
Johan Lambregts